Categorieën
Werk

Opleiding en kans op een goede baan

Wat zijn belangrijke overwegingen bij het maken van een studiekeuze voor HBO of universiteit? Wegen de kosten van een HBO- of universitaire studie altijd op tegen de baten? Geven bepaalde studies vanwege de daarbij ontwikkelde vaardigheden daadwerkelijk een interessante voorsprong op de arbeidsmarkt? Waarop let men bij een groot en modern bedrijf als Google als het gaat om het aannemen van nieuw personeel?

Dit artikel is opgebouwd uit de volgende paragrafen.

Omslag van Robert Jan Bloms boek Beste beroepengids; uitgeverij Aspekt
Robert J. Blom: Beste beroepengids (bol.com)

Is een studie of beroep kiezen een kwestie van koffiedik kijken?

Sta je voor je beroepskeuze is het? Dan is het de vraag of je je daarop het beste kunt voorbereiden via een HBO- of universitaire opleiding of dat een andere leerweg beter bij je past.

Wil je fulltime of parttime gaan studeren en daarnaast liefst nog een deeltijdbaan voor het opdoen van de broodnodige maatschappelijke ervaring, en natuurlijk ook om wat meer financiële armslag te hebben? Dan is het de vraag aan welke studie jij het meeste hebt.

Je maakt de beste kans om je studie met succes af te ronden en een baan te vinden die bij je past, als je van tevoren een en ander voor jezelf op een rijtje zet.

Voor welke beroepen of wetenschapsterreinen heb je serieuze belangstelling? Denk dan niet alleen aan beroepen waarvan het huidige arbeidsmarktperspectief je aanspreekt, maar ook aan beroepen omdat je echte interesse hebt voor het vakgebied. Als je alleen de verdiensten interessant vindt, is de kans groot dat je dag in dag uit met tegenzin naar je werk gaat. En je tegenzin zou wel eens in de weg kunnen staan van het maken van carrière.

De andere kant van de medaille is dat een studie die je met veel plezier volgt, maar die je nauwelijks kans op een goede baan met groeikansen biedt, zonde van je tijd en geld is.

Verder moet een beroep ook vooral bij je persoonlijkheid passen. Als je sterk sociaal bent ingesteld, kan je ongelukkig worden van een beroep waarbij je niet of nauwelijks met mensen te maken hebt.

Omslag van Edgar H. Scheins boek: Loopbaan-ankers: ontdek je werkelijke waarden
Edgar H. Schein: Loopbaan-ankers; Academic Service (bol.com)

Waarop let je bij het kiezen van een beroep?

Om een beeld te krijgen van wat voor jou van belang is, kun je voor jezelf het antwoord op onder meer de volgende vragen over de volgende onderwerpen bedenken:

Stress op het werk

Hoe goed kun je omgaan met stress op de werkplek? Enige stress hoort bij het werk. Stress geeft je de energie en motivatie om doelen te bereiken.

Op het werk gaat het dan bijvoorbeeld om het halen van deadlines, van verkoopcijfers of productietargets of het binnenhalen van nieuwe klanten. In sommige beroepen kom je onder zwaardere stress te staan dan bij andere.

Overigens, als je graag wat stressbestendiger wilt worden: er zijn cursussen waarop je dat effectief kunt leren.

Voorspelbaarheid van het werk

Bij sommige functies is de voorspelbaarheid van de werkzaamheden groot. Bij andere functies weet je zelden of nooit voor welke situaties je komt te staan en is een flexibele instelling nodig om adequaat met de onverwachte aspecten van het werk om te gaan.

Voorkeur voor een lichte of juist uitdagende functie

Sommige mensen geven de voorkeur aan relatief eenvoudige functies. Andere mensen voelen zich pas echt in hun element als ze complexe situaties moeten oplossen. Zie je een baan die veel mensen als moeilijk of zwaar beschouwen als een boeiende uitdaging?

Omslag van Aaltje Vincents boek Job Marketing 3.0: jouw arbeidsmarkt: nu vindbaar, straks nieuw werk; uitgeverij Spectrum
Aaltje Vincent: Job marketing 3.0 (bol.com)

Je persoonlijkheid

De meeste mensen verenigen een aantal schijnbaar tegenstrijdige kwaliteiten in zichzelf. Geef van elk van onderstaande groepen woorden aan of je jezelf daarin niet, een beetje, gemiddeld of sterk herkent.

  • Ondernemend, doorzetter, ambitieus
  • Groepsmens, innemend, extravert
  • Gezond verstand, nuchter, praktisch
  • Oog voor detail, zorgvuldig, voorzichtig
  • Intellectueel, onderzoekend, systematisch
  • Intuïtie, verbeeldingskracht

Houd bij het kiezen van een studie of beroep rekening met bovenstaande aspecten. Daarnaast is het zinvol om zoveel mogelijk rekening te houden met de kwaliteiten die werkgevers in werknemers zoeken. Hoe zit dat bijvoorbeeld met een grote en moderne werkgever als Google?

Hoe kijkt een modern bedrijf als Google aan tegen studies en mogelijk geschikte werknemers?

Hoe denkt bijvoorbeeld de hoogste baas bij Google die gaat over het inhuren van personeel, over het al dan niet kiezen van een voortgezette opleiding? De Amerikaanse journalist Thomas Friedman interviewde daarover Laszlo Bock voor de New York Times en hoorde een aantal opmerkelijke inzichten.

Bock had al in een eerder interview verteld dat een moderne baas tegenwoordig, minder dan vroeger het geval was, waarde hecht aan wat een potentiële medewerker weet of waar deze zijn of haar opleiding heeft. En dat het nu meer van belang is dat je met je kennis waarde kunt creëren.

Met een hogere opleiding of met basiscompetenties de arbeidsmarkt op?

Bij Google is een trend gaande om ook mensen in te huren die weliswaar geen hogere opleiding achter de rug hebben, maar die wel beschikken over waardevolle competenties die als basis voor de ontwikkeling van de benodigde vaardigheden kunnen dienen. Opvallend genoeg, is één van de competenties het tonen van lef.

Verdient een hogere opleiding zich altijd terug?

Laszlo Bock is géén tegenstander van het volgen van hoger onderwijs. Wel vindt hij dat toekomstige studenten meer zouden moeten nadenken over wat ze van een opleiding verwachten en welke mogelijkheden die hen gaat brengen. Studeren zonder dat je weet wat je daarmee wilt bereiken, ziet hij als weinig zinvol. En de gedachte dat elke willekeurige bachelorgraad je brengt waar je zijn wil, is volgens hem een illusie.

Aangezien studeren een enorme investering in tijd, inspanning en geld kost, is het van groot belang van tevoren te bedenken wat je ervoor terugkrijgt. Levert je opleiding je niet alleen kennis, maar vooral ook vaardigheden op die je bij een moderne werkgever goed van pas komen?

Studierichting en goede cijfers

Sommige studenten kiezen in de eerste plaats voor een opleiding omdat die de naam heeft ‘gemakkelijk’ te zijn. Of omdat ze verwachten dat ze daarmee goede cijfers behalen. Ze kiezen dan bijvoorbeeld voor een talenstudie in plaats van een informaticastudie.

Volgens Bock kun je echter beter een matige student informatica zijn, dan een uitstekend talenstudent. Omdat de keus voor een studie informatica duidt op het logisch kunnen denken en het kiezen voor een weg die niet de gemakkelijkste is.

Het belang van het ontwikkelen van analytische vaardigheden

Kies bij voorkeur voor een studie waarmee je je op de arbeidsmarkt kunt onderscheiden en waarin je vaardigheden leert ontwikkelen die je ook op andere terreinen kunt inzetten.

Het punt is namelijk dat mensen wel van nature creatief zijn, maar dat logisch denken moet worden aangeleerd. Aldus Bock.

Een opleiding waarin je je analytische vaardigheden moet ontwikkelen, geeft je een voorsprong op de arbeidsmarkt. Zo komt een vak als statistiek je van pas als je later bijvoorbeeld op het gebied van computers werkzaam zou worden of iets met medische apparatuur zou gaan doen.

Als je op twee of meer terreinen deskundig en vaardig bent, geeft je dat een voorsprong. Vooral als je die terreinen met elkaar kunt combineren. Kun je bijvoorbeeld zowel analytisch als creatief denken, dan ben je wellicht in staat met unieke oplossingen voor een probleem te komen.

Denk ook eens aan de mogelijkheden die combinaties van kennis op het gebied van bètawetenschappen met alfawetenschappen je zouden kunnen brengen, bijvoorbeeld aan economische of bedrijfswetenschappen in combinatie met psychologie.

Studie- en beroepskeuze is lang niet alleen een kwestie van koffiedik kijken

Hoewel er altijd een aantal onzekere factoren overblijft, is het kiezen van een studie of beroep die goede kansen biedt op het vinden van een geschikte baan met mooie carrièrekansen lang niet alleen een kwestie van koffiedik kijken. Als je weet wat jij zoekt in een beroep, wat je tijdens een bepaalde opleiding leert en waar toekomstige werkgevers op letten, maak je de beste kans een goede keuze te maken voor je toekomst.

Een eerdere versie van dit artikel werd door de auteur, Manon Troppo, op 21 april 2014 gepubliceerd op infonu.nl onder de titel ‘Studiekeus en kans op een goede baan’.

Dossier Werk en inkomen

Dit artikel maakt deel uit van het dossier werk en inkomen. Daar vind je een overzicht van alle artikelen over dit onderwerp.

Bronnen

  • Topjobs; Select Smart; http://www.selectsmart.com/topjobs.html
  • How to get a job at Google: Thomas L. Friedman; New York Times, 19 april 2014; http://www.nytimes.com/2014/04/20/opinion/sunday/friedman-how-to-get-a-job-at-google-part-2.html
Categorieën
Werk

Welke competenties heb je nodig voor een goede baan?

Sta je voor de vraag: ‘Hoe vind ik een goede baan?’ Bijvoorbeeld omdat je vlak voor je afstuderen zit of zojuist klaar bent met je studie en op zoek naar een startersfunctie met doorgroeimogelijkheden? Of misschien omdat je al kortere of langere tijd meedraait in het arbeidsproces en hoopt naar een betere baan te kunnen doorstromen? Of misschien omdat je wilt herintreden? Wil je weten hoe het bedrijfsleven kijkt naar competenties van sollicitanten?

Dit artikel bestaat uit de volgende paragrafen.

Naar welke eigenschappen en vaardigheden zoeken werkgevers?

tekening in zwart, wit en rood van man en vrouw op het werk
Typerend informeel onderhandelen en overleggen op kantoor

Hoe dan ook, in een tijd van schaarste van het arbeidsaanbod, is het van belang jezelf zo effectief mogelijk te presenteren tijdens je sollicitatie. De grote vraag luidt daarom: naar welke eigenschappen en vaardigheden is een voor jou aantrekkelijke werkgever op zoek?

Neem nou de competenties die een bedrijf als Google in een werknemer zoekt. En bedenk vervolgens hoe je jouw kwaliteiten waar nodig nog verder moet ontwikkelen om jezelf zo kansrijk mogelijk te maken bij het vinden van beter werk.

Is een diploma hoger onderwijs altijd noodzakelijk voor een betere baan?

Het staat als een paal boven water: met afgeronde hogere opleiding, liefst met mooie cijfers, vind je gemakkelijker een aantrekkelijke functie dan wanneer je geen diploma met marktwaarde bezit.

In sommige teams van Google werken mensen van wie tot wel veertien procent geen diploma hoger onderwijs bezit of zelfs nooit aan een dergelijke opleiding zijn begonnen. Dit blijkt uit een interview van journalist Adam Bryant voor de New York Times van 19 juni 2013 met Laszlo Bock, een hoge Google-functionaris.

Tegenwoordig hecht Google nauwelijks meer waarde aan mooie cijfers op diploma’s of aan hoge scores op bepaalde toetsen, omdat de praktijk heeft uitgewezen dat die geen voorspellende waarde hebben voor iemands prestaties in een werksituatie. Alleen voor mensen die minder dan zo’n twee of drie jaar geleden het arbeidsproces binnentraden, hebben dergelijke gegevens enige waarde.

Een en ander heeft te maken dat een werksituatie geheel andere vaardigheden vereist dan een opleidingssituatie. Bovendien ben je na enkele jaren door al je ervaringen in wezen een ander persoon geworden dan toen je nog studeerde.

Omslag van Aaltje Vincents boek Job Marketing 3.0: jouw arbeidsmarkt: nu vindbaar, straks nieuw werk; uitgeverij Spectrum
Aaltje Vincent: Job marketing 3.0 (bol.com)

Zo ben je waarschijnlijk anders over een aantal dingen gaan denken. Verder bestaan er voor vragen in werksituaties meestal niet het soort pasklare antwoorden waarmee iemand in opleidingssituaties goed kan scoren. In een werksituatie gaat het vaak om kwesties waarop er geen eenduidig antwoord bestaat.

Maar Google kijkt verder dan het al dan niet beschikken over een gewaardeerd diploma en geeft ook andere mensen kansen, dat wil zeggen als ze onder andere, in aflopende volgorde beschikken over de volgende competenties.

Gewenste competenties voor het werken bij Google

Cognitieve vaardigheden

Het gaat niet om het IQ, maar om het leervermogen. Het gaat erom dat je al doende je weg leert te vinden. En dat je losse stukjes informatie in verband met elkaar weet te brengen.

Op je sollicitatiegesprek kun je vragen verwachten als: ‘Geef eens een voorbeeld van een keer dat je een analytisch complex probleem hebt opgelost.’

Als je als sollicitant over je eigen ervaring praat, vertel je in feite om je omgaat met kwesties die je in praktijksituaties tegenkomt. En verder maak je duidelijk wat jij als een moeilijke situatie beschouwt.

omslag van Robert Castermans boek Salarisonderhandelen: de beste strategieën en tips voor een hoger salaris
Robert Castermans: Salarisonderhandelen (bol.com)

Leiderschapskwaliteiten

Heb je misschien ervaring met leiding geven opgedaan toen je voorzitter was van een schaakclub of als verantwoordelijke voor de verkoop? Misschien kwam je zelfs vrij snel in een leidinggevende positie terecht. Toch is het niet dat traditionele idee van leiderschap dat jou een streepje  vóór zou geven.

Interessant is, hoe je je gedraagt als jouw team voor een probleem komt te staan. Stap jij dan op het juiste moment naar voren en neem jij dan de leiding? En weet je ook wanneer het tijd is om een stap terug te doen en de leiding aan iemand anders over te laten? Want bij een bedrijf als Google moet je de leiding op een gegeven moment ook weer willen loslaten. Deze voorwaarde houdt direct verband met wat in de volgende paragraaf onder ‘bescheidenheid in combinatie met verantwoordelijkheid wordt besproken.

Voor leidinggevenden is het essentieel dat je medewerkers de volgende eigenschappen aan jou toekennen:

  • Je beslissingen zijn gebaseerd op redelijkheid
  • Je handelt consequent en voorspelbaar

Dergelijke eigenschappen van een leidinggevende geven zijn medewerkers de nodige speelruimte. Immers, dan weten de medewerkers waar ze aan toe zijn en binnen welke kaders ze kunnen opereren. Als een manager onvoorspelbaar is in zijn gedragingen en besluiten, weet je als medewerker nooit wat je wel of niet kunt doen en heb je het gevoel dat je weinig of geen manoeuvreerruimte hebt.

Twee keer per jaar vraagt Google aan elke medewerker om aan de hand van een formulier feedback op zijn leidinggevende te geven. Uit de punten op dat formulier komt naar voren welk gedrag van leidinggevenden in de richting van hun team wordt verwacht:
Het gaat daarbij onder meer om een beoordeling in hoeverre de volgende uitspraken op je leidinggevende van toepassing zijn:

  • De manager behandelt mij met respect
  • De manager geeft me duidelijke doelen
  • De manager deelt zijn informatie
  • De manager gaat met zijn hele team op een redelijke manier om

Bovenstaande gedragingen van een leidinggevende zijn essentieel omdat die ervoor zorgen dat het personeel graag voor hem het vuur uit de sloffen loopt.

Bescheidenheid in combinatie met verantwoordelijkheidsgevoel

Direct samenhangend met het vorige punt van leiderschap is de aanwezigheid van zowel bescheidenheid als verantwoordelijkheidsgevoel.

Je doet als medewerker uit verantwoordelijkheidsgevoel een stap naar voren om een bepaald probleem van je team. Tegelijkertijd moet je bescheiden genoeg zijn om de  andere teamleden de ruimte te geven voor hun eigen inbreng en wanneer anderen betere ideeën blijken te hebben, weer een stap terug te doen en enthousiast mee te denken over die betere ideeën. Dit alles vanuit de gedachte van hoe binnen het team kan worden samengewerkt om problemen op te lossen.

Verder is ook intellectuele bescheidenheid wenselijk. Die is nodig om voortschrijdend inzicht mogelijk te maken. Willen leren van je fouten is ook een wenselijke eigenschap.

Omslag van Aaltje Vincents boek Sollicitatiegesprekken doe je zo; uitgeverij Spectrum
Aaltje Vincent: Sollicitatiegesprekken doe je zo (bol.com)

Vakkennis

Natuurlijk is het voor veel functies bij zijn werkgever nodig dat een medewerker goed de weg weet in de wiskunde, op het gebied van computers en of vaardig is op het gebied van coderen. Daarin kan een goede hogere opleiding voorzien. Maar deskundigheid, bekwaamheid, vaardigheid, expertise, en andere competenties kun je ook langs andere weg je eigen maken. Daarom staat vakkennis onderaan het rijtje met de aanstellingseisen van Google.

Iemand met sterk ontwikkelde cognitieve vaardigheden, aangeboren nieuwsgierigheid en leergierigheid en zich ontwikkelende leiderschapsvaardigheden zou volgens Laszlo Bock ondanks een gebrek aan materiekennis  prima kunnen functioneren op bijvoorbeeld een afdeling personeelszaken of financiën.

Dit zou samenhangen met het feit dat deze doorgaans tot dezelfde oplossingen voor vraagstukken komt als iemand die specifieke expertise op het betreffende terrein heeft, omdat de kwesties meestal niet buitengewoon complex zijn.

Volgens Laslo Bock gaat zo iemand weleens de mist in, maar zo iemand komt ook af en toe met een oplossing die helemaal nieuw is. En dat laatste is iets wat voor een innoverend bedrijf als Google zeer waardevol is.

Je voorbereiden op een voortdurend veranderende wereld

We leven in een wereld die voortdurend verandert en waarin innovaties steeds meer een groepsgebeuren aan het worden zijn. Je kennis van nu is niet voldoende voor die van morgen.

Daarom is het van belang dat je je vooral ook ‘zachte vaardigheden’ eigen maakt. Denk hierbij aan vaardigheden op het gebied van leiding geven, bescheidenheid, samenwerking, flexibiliteit en plezier in het blijven leren. Dergelijke vaardigheden komen je bij veel werkgevers uitstekend van pas.

Dossier werk

Dit artikel maakt deel uit van het dossier werk en inkomen. Daar vind je bijvoorbeeld de volgende artikelen:

Bronnen

  • In Head-Hunting, Big Data May Not Be Such a Big Deal; Adam Bryant; New York Times; 19 juni 2013; http://www.nytimes.com/2013/06/20/business/in-head-hunting-big-data-may-not-be-such-a-big-deal.html
  • How to Get a Job at Google; Thomas L. Friedman; New York Times; 22-02-2014; http://www.nytimes.com/2014/02/23/opinion/sunday/friedman-how-to-get-a-job-at-google.html

 

Categorieën
Onderwijs

Slechte schoolprestaties en de persoon van het kind

Als je kind slechter presteert op school dan je op grond van zijn intelligentie zou verwachten, spreken we vaak van onderpresteren. Dit kan te maken hebben met factoren met betrekking tot school, de thuissituatie of de persoon van het kind. Als de schoolprestaties vooral tegenvallen door factoren die direct met het kind zelf te maken hebben, gaat het vaak om een of meer van de volgende kwesties:

Het kind:

Ik leer anders: werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen. dyslexie, adhd, add, beelddenken, hoogbegaafd en hsp.; geschreven door Agnes Oosterveen-Hess
Ik leer anders: werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen (bol.com)

Het kind speelt liever met vriendjes en vriendinnetjes dan dat het studeert

Vooral extraverte kinderen spelen veel liever met hun vriendjes en vriendinnetjes dan dat ze met hun neus in de boeken zitten. Hoe begrijpelijk dit op zich is, toch is het van belang dat je kind leert dat werk voor school hoe dan ook, altijd vóór moet gaat boven andere bezigheden.

Een goede planning van het huiswerk maakt dat er ook voldoende tijd is om met vriendjes te spelen.

Het kind hangt liever voor de tv dan dat het zijn huiswerk maakt

Als je kind graag naar bepaalde series op tv kijkt, kun je afspreken dat die worden opgenomen en dat hij ernaar kan kijken als zijn huiswerk klaar is, of als dat te laat wordt, op een andere dag.

Op deze manier weet je zeker dat het huiswerk wordt gemaakt en je voorkomt mokken omdat het kind het oneerlijk vindt dat het een aflevering van zijn lievelingsserie moet missen.

Het kind heeft weinig zelfvertrouwen

Een kind met weinig zelfvertrouwen of een kind dat het niet zo slim is als zijn klasgenoten presteert doorgaans minder goed dan zijn kameraadjes.

Er zijn kinderen die in alle ernst geloven dat het niet uitmaakt hoeveel energie ze in hun schoolwerk stoppen, omdat ze ’toch altijd’ een onvoldoende scoren. Ze denken dan dat ze ‘nu eenmaal’ zo geboren zijn.

Leg je kind uit dat inzicht en vaardigheden kunnen worden ontwikkeld en wel door zijn eigen inspanningen. Help het kind ook uitdagingen te leren zien als kansen om nieuwe dingen te leren. Vertel vooral ook dat als je iets op een bepaald moment nog niet kunt, dat dit dan bepaald niet betekent dat je dus niet intelligent bent.

Stimuleer het zelfvertrouwen van kind door hem de kans te geven iets te doen of leren wat bij hem past. Denk bijvoorbeeld aan het gaan beoefenen van een bepaalde sport of het leren bespelen van een muziekinstrument .

Als een kind eenmaal op een bepaald terrein zelfvertrouwen heeft ontwikkeld, wordt de kans groter dat dit zelfvertrouwen ook op andere terreinen zoals op school, toeneemt en dat dit ook tot betere schoolprestaties zal leiden.

Het kind denkt dat ‘je best doen’ niet telt

Er zijn kinderen die denken dat het zinloos is om je best te doen. In hun ogen gaat het niet om de inspanning, maar om het resultaat. En hoewel het de bedoeling is dat hun inspanningen leiden tot het gewenste resultaat, is de weg naar dat resultaat zeker ook van belang.

In dat verband is het van belang dat het aanleren van het organiseren van het huiswerk en het toepassen van effectieve studiegewoonten op den duur zijn vruchten afwerpt.

Als je zoon of dochter met een onvoldoende thuiskomt, vraag je hoeveel tijd hij of zij in het huiswerk had gestoken en hoeveel meer er naar zijn of haar inschatting nodig was geweest om wel een voldoende te halen.

Als je kind met een voldoende voor een proefwerk thuiskomt, zegt een ‘goed zo’ van jou, veel minder dan wanneer je iets zou zeggen in de trant van: ‘mooi, nu zie je wat hard studeren op dit moeilijke onderwerp je oplevert.’

Het kind heeft last van leerstoornissen

Ook als je kind over een normale intelligentie, laat staan over een bovengemiddelde intelligentie beschikt, kan het last hebben van een leerstoornis. Denk bijvoorbeeld aan dyslexie (het kind heeft dan moeite met lezen) en/of dyscalculie (het kind heeft dan moeite met rekenen).

Soms lijkt het ten onrechte alsof het kind een dergelijke stoornis heeft, omdat het eerder genoten onderwijs op het gebied van lezen en/of rekenen van lage kwaliteit was. In het geval het een echte leerstoornis gaat, ligt het inhuren van gespecialiseerde hulp, bijvoorbeeld in de vorm van een remedial teacher voor de hand.

Het kind is ongemotiveerd voor schoolprestaties in het algemeen

In beginsel willen alle kinderen graag leren. Totdat ze door bepaalde oorzaken gedemotiveerd raken.

Het verschilt van kind tot kind waar het het gevoeligst voor is. Sommige kinderen zijn vooral gevoelig voor goede cijfers. Andere kinderen vinden de goedkeuring van ouders en/of vriendjes van het grootste belang.

Ook zijn er kinderen die gemotiveerd zijn tot het behalen van goede schoolprestaties omdat ze al een idee hebben van wat ze later als beroep willen uitoefenen. Kinderen die geen verband zien tussen hun schoolwerk nu en hun werkzame en persoonlijke leven later, presteren doorgaans slechter dan kinderen die dat verband wel zien. Als je zoon of dochter onlangs bepaalde rekenvaardigheden heeft aangeleerd, kun je hem of haar een en ander laten toepassen bij de berekening van de benodigde hoeveelheden van een recept voor een bepaald aantal personen.

En verder zijn er kinderen die graag leren, omdat ze dat ‘gewoon leuk’ vinden.

In het algemeen zijn kinderen gemotiveerd als ze een bepaalde opdracht voor school zinvol vinden, geloven dat ze die kunnen uitvoeren en als ze merken dat hun inspanningen door hun omgeving worden gewaardeerd.

Als je weet wat de drijfveren van jouw kind voor het behalen van goede schoolprestaties zijn, heb je een concreet instrument in handen waarmee je je kind kunt helpen om betere vorderingen op school te maken.

Het kind heeft geen belangstelling voor bepaalde leerstof

Boek 'Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is; geschreven door Tessa Kieboom.  Voor als  je kind behoorlijk intelligent tot zelfs hoogbegaafd is, maar toch onderpresteert.
Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is (bol.com)

Soms heeft een kind geen belangstelling voor bepaalde leerstof, bijvoorbeeld omdat het er het nut niet van inziet. Soms treft dit gebrek aan interesse een vak als geschiedenis, in andere gevallen een van de kernvakken.

De oplossing ligt dan in het uitleggen van het belang van het ondergewaardeerde vak.

Het kind kampt met zwakke studievaardigheden

Soms presteert het kind onder de maat vanwege slecht ontwikkelde studievaardigheden of een gebrek aan organisatievermogen. In die gevallen kan een training in studievaardigheden uitkomst bieden.

Wat je zelf kunt doen: laat je kind een week lang ’tijdschrijven’, dus een overzicht bijhouden van de tijden waarop het zijn huiswerk en andere activiteiten doet. Dit geeft het kind een beeld van de beperkte hoeveelheid uren die er in een dag zit en over het belang om de juiste prioriteiten te stellen.

Het kind is hoogbegaafd

Boek 'Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is; geschreven door Tessa Kieboom
Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is (bol.com)

Hoe tegenstrijdig het op het eerste gezicht ook lijkt: sommige kinderen die hoogbegaafd zijn, halen voortdurend slechte cijfers.

Dit kan te maken hebben met stof die veel te simpel voor hun intellectuele ontwikkelingsniveau is, maar bijvoorbeeld ook met het feit dat ze sociaal niet goed meekunnen met de rest van de klas, omdat ze ‘anders’ zijn, hun belangstelling totaal anders is gericht, of hun gevoel voor humor niet wordt begrepen enzovoort.

Pas als ze op school opdrachten krijgen die hen stimuleren, komen ze in beweging en gaan ze intellectueel gezien wel goed presteren. Als ze klaar zijn met het gewone werk in hun groep werkt het positief als ze erna op eigen kracht iets mogen bestuderen over een onderwerp dat hun interesse heeft.

Deze kinderen zijn vaak gebaat bij het volgen van een zogenaamde verrijkingsklas of een Leonardoklas. In dergelijke klassen staan de mogelijkheden van het kind centraal. In een dergelijke omgeving met andere hoogbegaafde kinderen kan het kind zowel sociaal als intellectueel tot bloei komen.

Dossier onderwijs algemeen

Dit artikel maakt deel uit van het dossier school en leerlingen.

Bronnen

  • Parenting for Achievement; Donna Y. Ford en Michelle Frazier Trotman; https://tip.duke.edu/node/705
  • Parenting for achievement; Donna Y. Ford en Michelle Frazier Trotman; http://tip.duke.edu/node/913
  • What Educators Need to Know About Underachievement and Gifted Students:
  • Bruce N. Berube; redactie Del Siegle; Practitioners’ Guide – A9712; http://www.gifted.uconn.edu/nrcgt/reports/trifolds/a9712p.pdf
  • Parenting Strategies to Motivate Underachieving Gifted Students; Del Siegle; http://tip.duke.edu/node/817
  • Underachieving Gifted Students: A Mother’s Perspective; Pamela Hunter-Braden
  • Boise State University; http://www.gifted.uconn.edu/nrcgt/newsletter/spring98/sprng986.html
Categorieën
Onderwijs

Onderpresteren door de situatie op school en daarbuiten

Er bestaan verschillende redenen waarom een normaal intelligent of zelfs hoogbegaafd kind beneden zijn kunnen presteert op school. Dit kan te maken hebben met de situatie thuis, de situatie op school en daarbuiten en/of met de persoon van het kind zelf. In dit artikel gaat het om factoren die verband houden met de schoolsituatie en wat zich daaromheen afspeelt.

Situaties waarin het kind onvoldoendes krijgt door een ongelukkige schoolsituatie

Ik leer anders: werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen. dyslexie, adhd, add, beelddenken, hoogbegaafd en hsp.; geschreven door Agnes Oosterveen-Hess
Ik leer anders: werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen (bol.com)

Een of meer van de volgende vijf punten spelen vaak een rol als een kind op school slecht presteert door factoren die met de school zelf en de directe omgeving daarvan te maken hebben.

Het kind let niet op omdat het door drukke klasgenootjes wordt afgeleid

Zit je kind naast of dichtbij andere leerlingen die zich alsmaar onrustig gedragen of druk met andere dingen dan hun schoolwerk bezig zijn? Vraag dan de leraar om je kind op een rustige plek te zetten die meer uitnodigt tot opletten.

Het helpt soms ook als je kind mag zitten naast een ander kind dat wel serieus met zijn schoolwerk bezig is. Na verloop van  tijd en met  een beetje geluk houdt het onderpresteren op en gaat het kind op zijn natuurlijke niveau functioneren.

De lessen op school zijn saai en weinig inspirerend

Soms zijn kinderen op zich wel leergierig, maar kunnen ze moeilijk uit de voeten met saaie en weinig inspirerende lessen. Zo’n kind zit zich te vervelen, laat zijn gedachten afdwalen en let verder niet op. Met als onvermijdelijk gevolg dat het op een gegeven moment achterop raakt en gaat onderpresteren.

Voordat je besluit dat het probleem vooral bij jouw kind zit, is het verstandig om uit te zoeken of het lesmateriaal of de manier van presentatie van de leerstof niet aansluit op de belangstellingswereld van je kind.

Vraag daarna een gesprek aan met de betreffende leraar om te bespreken welke mogelijkheden er zijn om tijdens de lessen de interesse van je zoon of dochter te prikkelen.

De leerstijlen van het kind en de manier van lesgeven van de leraar sluiten niet op elkaar aan

Boek 'Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is; geschreven door Tessa Kieboom
Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is (bol.com)

Stel dat een kind een betekenisgerichte leerstijl heeft met de daarbij behorende kritische houding tegenover de leerstof. Je hoort je kind dan zinnen formuleren in de trant van: ‘Wat betékent het als…’. Een dergelijke leerstijl sluit slecht aan op de lesmethode van een leraar die kinderen ziet als vaten waarin hij informatie giet en verwacht dat kinderen via reproductie aantonen de stof te beheersen.

Of stel dat een kind een toepassingsgerichte leerstijl heeft. Je kind zegt dan zinnen zoals: ‘Waar heb ik deze kennis voor nodig?’. Als de docent daarentegen primair gericht is op het verbreden van de algemene ontwikkeling, dan is de kans reëel dat het kind zijn belangstelling verliest. Dit komt omdat het kind geen of te weinig stof krijgt aangereikt die op zijn leerstijl aansluit.

Het klikt niet tussen jouw kind en de leraar

Soms komt je kind terecht in een klas of groep waarin de leraar hem niet goed begrijpt of weet te waarderen. Soms blijkt een leraar ronduit onaangenaam te doen tegen een bepaald kind. Dat kan vervelend of verstorend gedrag van jouw zoon of dochter oproepen of versterken, waarna een negatieve spiraal ontstaat. Als een kind het gevoel krijgt dat wat het ook doet, het nooit goed of goed genoeg is, wordt het onzeker. De kans is dan groot dat het kind eenvoudigweg stopt met het doen van zijn best. Met alle desastreuze gevolgen van dien.

Sommige leraren vergelijken de prestaties van de kinderen onderling en vertellen het ene kind een voorbeeld aan het andere te nemen. Een dergelijke strategie werkt averechts. Het is beter voor het zelfvertrouwen en voor de prestaties als kinderen leren welke doelen voor henzelf haalbaar zijn, geheel los van de prestaties van anderen.

Een sociale omgeving die leergierigheid als ‘streberig’ bestempelt

Soms gaat een kind veel om met leeftijdgenoten die niets van leren en studeren moeten hebben en die kinderen die wel hun best op school doen, voor ‘streber’ of ‘nerd’ uitschelden. Dergelijke groepsdruk kan ervoor zorgen dat kinderen in een poging zich aan hun omgeving aan te passen om erbij te horen, ook eenzelfde anti-schoolhouding gaan aannemen.

Sommige kinderen worden geplaagd of zelfs gepest omdat ze goede cijfers op school halen of ze worden buitengesloten tijdens het spelen. Wie liever als populair wordt beschouwd, kiest er dan soms voor om dan maar geen mooie cijfers meer te halen.

Als dat met jouw kind het geval is, bespreek dan met hem wat het belang van schoolvriendschappen is. Maar laat je kind vooral ook merken dat populariteit die ten koste gaat van de schoolprestaties ten koste van zijn toekomst gaat en dat het voor hem het beste is als hij gewoon zichzelf blijft.

Dossier onderwijs algemeen

Dit artikel maakt deel uit van het dossier onderwijs.

Bronnen

  • Parenting for Achievement; Donna Y. Ford en Michelle Frazier Trotman; https://tip.duke.edu/node/705
  • Parenting for achievement; Donna Y. Ford en Michelle Frazier Trotman; http://tip.duke.edu/node/913
  • What Educators Need to Know About Underachievement and Gifted Students:
  • Bruce N. Berube; redactie Del Siegle; Practitioners’ Guide – A9712; http://www.gifted.uconn.edu/nrcgt/reports/trifolds/a9712p.pdf
  • Parenting Strategies to Motivate Underachieving Gifted Students; Del Siegle; http://tip.duke.edu/node/817
  • Underachieving Gifted Students: A Mother’s Perspective; Pamela Hunter-Braden
  • Boise State University; http://www.gifted.uconn.edu/nrcgt/newsletter/spring98/sprng986.html
Categorieën
Onderwijs

Slechte cijfers halen op school door de thuissituatie

Als je kind slechter presteert op school dan je verwacht, kan er sprake zijn van onderpresteren. Daarvoor is doorgaans een aantal oorzaken aan te wijzen. Een belangrijke oorzaak is de thuissituatie van een kind en dan in het bijzonder de rol van de ouders. Het komt geregeld voor dat goedbedoelende ouders zonder het te beseffen een negatieve invloed hebben op de schoolprestaties van hun kind.

Vier veelvoorkomende oorzaken van onderpresteren

Boek 'Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is; geschreven door Tessa Kieboom
Jij kan beter: als je kind een onderpresteerder is (bol.com)

Als je kind onderpresteert, is de kans groot dat dit komt door de volgende oorzaken.

Spanningen thuis en slechte cijfers op school

Als er thuis spanningen of andere problemen zijn of de ouders liggen in scheiding kan de daaruit voortvloeiende zware stress bij het kind ervoor zorgen dat het slecht presteert, ondanks dat het zijn best doet.

Het kind is overbelast door mantelzorg of een bijbaan

Voor ouders kan het een uitkomst zijn als het kind aan mantelzorg doet of een bijbaantje heeft. Toch bestaat de kans dat een en ander een al te grote druk op het kind legt en daardoor negatief werkt op diens schoolprestaties.

Kinderen hebben in beginsel een dagtaak aan het gaan naar school en het maken van hun huiswerk. Daarnaast hebben ze een zinvolle vrijetijdsbesteding en gelegenheid tot omgang met hun vrienden en vriendinnen nodig.

Natuurlijk is het voor zijn ontwikkeling (en voor het gemak van de ouders) dat een kind daarnaast thuis ook een handje helpt bij het huishouden, mits de hoeveelheid tijd die het daarmee bezig is, niet ten koste gaat van zijn huiswerk.

Min of meer hetzelfde geldt voor mantelzorg. Ook al helpt het kind nog zo graag bij de verzorging van een ziek of gehandicapt broertje of zusje of bijvoorbeeld bij de verzorging van een hulpbehoevende grootmoeder of grootvader, toch is het van belang dat je als ouder in de gaten houdt of het kind voldoende tijd overhoudt om op school in zowel intellectueel als sociaal opzicht goed te kunnen (blijven) functioneren

Steeds meer kinderen en jongeren hebben een al dan niet officieel bijbaantje. Let erop dat je kind voldoende tijd en energie overhoudt om zijn huiswerk te maken.

Een goede vuistregel voor ouders bij het bepalen van wat een kind mag of moet is: ‘school gaat voor.’

Te weinig communicatie van ouders over het belang van goede schoolprestaties

Ik leer anders: werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen. dyslexie, adhd, add, beelddenken, hoogbegaafd en hsp.; geschreven door Agnes Oosterveen-Hess
Ik leer anders: werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen (bol.com)

Vertel je als ouder je kind geregeld hoe belangrijke het behalen van goede schoolprestaties is voor zijn toekomst? Als je je kind laat merken dat je mooie cijfers verwacht, is de kans groter dat hij aan je positieve verwachtingen wil voldoen.

Als een kind opgroeit in een omgeving waarin onderwijs als een belangrijke factor voor succes in het latere leven wordt gezien, is dat een effectieve stimulans voor een kind om zijn best op school te doen.

Als de beeldvorming over de school bij de ouders negatief is, kan dat ertoe leiden dat het kind gaat geloven dat het zonde van de moeite is om op school zijn best te doen.

Door een oogje te houden op het huiswerk van het kind en geregeld te informeren naar de behaalde cijfers kun je als ouder duidelijk maken dat je het functioneren op school belangrijk vindt.

De ouders leggen te veel druk op het kind om te presteren

Ook al is het essentieel dat ouders laten merken dat ze school belangrijk vinden, toch dient dit niet te worden overdreven.

Kinderen die te maken hebben met ouders die onrealistische verwachtingen van hen hebben, weten soms geen raad met die al te grote druk om goed te presteren en gaan in reactie daarop het juist slechter doen op school.

Opmerkingen zoals: ‘Hoe kom je zo stom?’, nadat een kind eens een keer een onvoldoende voor een proefwerk heeft gehaald, kunnen het zelfvertrouwen van het kind ondermijnen.

Ook een opmerking als: ‘Een slim kind hoeft nooit lager dan een acht te halen,’ kan onder omstandigheden een averechts effect opleveren. Bedenk dat kinderen en jongeren vaak twijfelen aan hun eigen kunnen en dat een ondoordachte opmerking van een ouder desastreus kan zijn voor hun toch al kwetsbare zelfvertrouwen. Geen enkel kind kan altijd even goed presteren.

Dossier onderwijs algemeen

Dit artikel maakt deel uit van het dossier onderwijs.

Bronnen

  • Parenting for Achievement; Donna Y. Ford en Michelle Frazier Trotman; https://tip.duke.edu/node/705
  • Parenting for achievement; Donna Y. Ford en Michelle Frazier Trotman; http://tip.duke.edu/node/913
  • What Educators Need to Know About Underachievement and Gifted Students:
  • Bruce N. Berube; redactie Del Siegle; Practitioners’ Guide – A9712; http://www.gifted.uconn.edu/nrcgt/reports/trifolds/a9712p.pdf
  • Parenting Strategies to Motivate Underachieving Gifted Students; Del Siegle; http://tip.duke.edu/node/817
  • Underachieving Gifted Students: A Mother’s Perspective; Pamela Hunter-Braden
  • Boise State University; http://www.gifted.uconn.edu/nrcgt/newsletter/spring98/sprng986.html